Huurverhoging 2013

Lees verder voor het advies van de huurders van Vestia aan Vestia over de in maart 2013 ontvangen plannen om maximale huurverhogingen in 2013 door te voeren. 

Geachte bestuur,

Op 12 maart jl. hebben wij de adviesaanvraag met betrekking op het huurverhogingsbeleid voor 2013 van u ontvangen. In uw brief stelt u voor om de mogelijkheden die het rijk biedt om de huur te verhogen, ten volle te benutten.

Hoewel wij onderkennen dat Vestia in een moeilijke positie verkeert, zijn wij geen voorstander van deze huurverhogingen. Opnieuw wordt dan de rekening volledig bij de huurders neergelegd. Dit vinden wij onacceptabel.

Onze argumenten tegen de huurverhoging zijn de volgende:

  • uit onderzoek van OTB blijkt dat veel huurders nu al moeite hebben met het betalen van de huur;
  • door de vele bezuinigingen bij de rijksoverheid gaat de koopkracht van veel huurders fors achteruit;
  • door de crisis verliezen veel mensen hun baan (de werkloosheid heeft een historisch punt bereikt, en verbetering is nog lang niet in zicht), en hangt hen een forse daling van het inkomen boven het hoofd;
  • het gebruik van inkomensgegevens is een niet te tolereren inbreuk op de privacy van de huurders;
  • te verwachten valt dat er veel huurders bezwaar gaan maken tegen deze huurverhoging; dit levert veel gedoe (en kosten!) op voor Vestia en de vraag luidt of deze kosten opwegen tegen de inkomsten;
  • de relatie tussen de huur en de kwaliteit van de woning verdwijnt;
  • recent onderzoek van Boelhouwer (in opdracht van De Vernieuwde Stad) laat zien dat vooral de laagste inkomens moeite zullen krijgen om de huur op te brengen.

Inmiddels is ook duidelijk geworden dat de belastingdienst niet in staat is om de (vertrouwelijke) inkomensgegevens van de huurders van Vestia op tijd en in voldoende mate aan u aan te leveren. In de Volkskrant van 19 april jl. wordt gemeld dat van circa 40% van de huurders van Vestia er geen gegevens beschikbaar zijn, waardoor deze huurders geen inkomensafhankelijke huur kan worden aangezegd.

Dat levert niet alleen een chaotische, maar ook een onrechtvaardige situatie op: de huurder die bijvoorbeeld meer verdient dan € 43.000 krijgt in het ene geval 6,5% huurverhoging (de gegevens zijn bij u bekend) en in het andere geval (zelfde inkomen, maar de gegevens zijn niet bij u bekend) ‘slechts’ 4% huurverhoging. Een ongelijkheid die jaren door kan werken.
Dit verwarrende, niet uit te leggen én onrechtvaardige (en juridisch onhoudbaar) beeld is natuurlijk zeer onwenselijk en trekt weer een forse wissel op de relatie met uw huurders. Het sterkt ons in de overtuiging dat deze inkomensafhankelijke huurverhoging geen doorgang kan vinden.

Onze voorkeur heeft het om vooruit te lopen op de huursombenadering, mede om zo ook de relatie tussen de kwaliteit van de woning en de hoogte van de huur overeind te houden én te versterken. Wij hebben geen bezwaar tegen de huurverhoging van 4% voor de vrije sectorwoningen, het bedrijfsonroerend goed en de overige verhuurobjecten.

Als u toch persisteert in het opleggen van de inkomensafhankelijke huurverhoging, hopen wij dat u – net als veel andere corporaties – een gebaar wil maken voor de lagere inkomens, door hen geen 4% huurverhoging in rekening te brengen, maar een lager percentage (3%), omdat voor zeker deze groep de woonlasten te fors gaan worden.

Tenslotte is deze sector opgericht om goede en betaalbare huizen te bouwen en te beheren voor mensen met een wat lager inkomen.

Met vriendelijke groet,

Namens de LHV,

 

Jelle de Waard,
Voorzitter Dagelijks Bestuur van de LHV.

Tags: , ,